Historie
De Lottumse paardenmarkt kent een lange historie. Wie de geschiedenis van de Lottumse Paardenmarkt nagaat komt tot de ontdekking dat het hier gaat om een eeuwenoude traditie die ver boven regionale bekendheid uitsteekt. Uit het Register van Resolutiën van het toenmalige Hertogdom Limburg blijkt dat op 7 oktober 1852 het College van Gedeputeerde Staten goedkeuring verleent aan het voortbestaan van de twee keer per jaarl te houden Jaarmarkten in het dorp Lottum der Gemeente Grubbenvorst. De ene markt op de maandag voor palmzondag en de andere op maandag na Sint Martinus (dus 11 november) van elk jaar, of dezelfde dag indien 11 november op maandag valt.
In 1864 besluit het College van Gedeputeerde Staten van het Hertogdom Limburg tot het opheffen van de voorjaarsmarkt wegens, zoals men aangaf:
"In bereidwillige antwoord op Uwe hij misfive van 6 februari) 1864, no. 840 des Registers, heb ik de eer uwe Edele te informeren, dat naar aanleiding van ingekomen bezwaren van gemeentebesturen van Bergen, Arcen en Velden, Meerloo en Broeckhuijsen, alsmede van ingezetenen van Lottum en van Horst tegen en de genoegenneming van wederom andere ingezetenen van Lottum met onze voorgenomen afschaffing der bedoelde markt en overwegende dat het belang van het ten deze ingesteld onderzoek, tegen het voorgenomen besluit van de gemeenteraad van Grubbenvorst, om de markt te laten voortbestaan , verzet besluit het College van Gedeputeerde Staten aan het voorgenomen besluit van de gemeente Grubbenvorst goedkeuring te onthouden."
Vanaf 1864 bestaat dus alleen nog de najaarsmarkt in Lottum. De markten werden bezocht door handelaren op allerhande gebied uit de verre omgeving. In dit verband is uit overlevering bekend gebleven dat vanuit Belgisch en Nederlands Brabant, uit Belgisch Limburg en diep vanuit Duitsland de paarden- en veehandelaren naar Lottum kwamen. In de loop van de zondag arriveerde men met de koopwaar. Paarden en hoornvee werden in de stallen van de aan de Markt wonende boeren ondergebracht en in de dorpscafés werd het weerzien gevierd.
 |
|
|
Op de maandag om zes uur vroeg zorgde men er voor dat het vee op de markt aanwezig was, en kon de handel beginnen. Enkele uren later startte de handel in kleding, gereedschappen en etenswaar. Hiervoor kwamen veelal de bewoners van de dorpen in de meer nabije omgeving. De paarden- en hoornveemarkt had als eerste tot doel dat het overtollige gefokte vee werd verkocht. Bovendien betekende deze markt de afsluiting van het teeltseizoen van de boeren en werden andere geoogste artikelen te koop aangeboden. In dit verband wordt genoemd de verkoop van vlas. Afsluiting van het seizoen betekende ook dat de knechten en meiden terugkeerden naar de ouderlijke woning, hetgeen voor deze jongeren vaak een afscheid van de geliefde betekende. In het weekend van de paardenmarkt werden dan ook in de danszalen of de boerenschuren danspartijtjes gehouden. De Paardenmarkt leefde in deze geest voort tot in de crisisjaren van de twintiger en dertiger jaren. Door de sterk terugvallende economie bleven met name de Duitse handelaren weg en liep de paardenmarkt sterk terug. De oorlog maakte dat de paardenmarkt nog verder wegzakte. Uit een krantenbericht van 1865 in de Venloosche Courant met de navolgende tekst blijkt dat in de geschiedenis vaker druk stond op de Paardenmarkt:
"Burgemeester en Wethouders van Grubbenvorst brengen ter algemeene kennis, dat bij Raadsbesluit van heden bepaald is, dat op de aanstaande Jaarmarkt te Lottum, dit jaar gehouden wordende op Maandag den 13 November eerstkomende, wegens de heerschende veeziekte geen rundvee, en wegens de heerschende choleraziekte, geen oude kleederen ter markt gebracht mogen worden. Grubbenvorst, den 30 October 1865 'Zeg het voort'."
Rond 1960 leek door de aanvoer en keuring van luxe paarden de Paardenmarkt weer de goede kant op te gaan. Met name trok dit weer vele Duitse handelaren. Het hoogste bod, voor zover bekend, op een luxe paard uitgebracht is van een Duitser geweest die een winnaar van de Welsh pony keuring voor 7.500 DM wilde hebben. Toen de keuringen niet meer mogelijk waren ten gevolge van strenge regels door de nationale bond opgelegd zakte de Paardenmarkt helemaal weg. De totale ondergang dreigde in de jaren tachtig tot de Lottumse ondernemersvereniging samen met de horeca en de ruiterclub voor een nieuwe opzet hebben gekozen. Deze opzet is geslaagd en nu worden zo'n 400 paarden en pony's per jaar aangevoerd, met een heel levendige handel in een entourage met handelaren op alle mogelijke gebied op en rond het gezellige Lottumse ruiterterrein.